Je bekijkt nu Abstract: Related substances, residual solvents, elemental impurities

Abstract: Related substances, residual solvents, elemental impurities

  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Kennisbank

In deze editie van de rubriek “Abstract” besteden wij aandacht aan items die vaak vermeld worden op analysecertificaten, maar die niet bijdragen aan het therapeutisch profiel van de API (Active Pharmaceutical Ingredient). Related substances (verwante stoffen), residual solvents (resterende oplosmiddelen) en elemental impurities (elementaire onzuiverheden). Waarom zijn deze zo belangrijk? Wat houden deze precies in en waarom zijn ze relevant?

Related substances

Related substances (verwante stoffen) zijn geïdentificeerde of niet-geïdentificeerde afbraakproducten of onzuiverheden, die ontstaan tijdens fabricageproces of opslag. Deze onzuiverheden moeten in principe constant zijn. Kleine variaties kunnen optreden van batch tot batch. Daarnaast kunnen related substances na verloop van tijd ook veranderen als gevolg van de stabiliteit. Mede daarom hebben grondstoffen een houdbaarheidsdatum of retest date.

Residual solvents 

Tijdens de productie of een zuiveringsproces van grondstoffen worden vaak oplosmiddelen gebruikt om een hoger rendement te halen, een bepaalde zuiverheid te waarborgen, of om bepaalde producteigenschappen (zoals een gekristalliseerde vorm) te bereiken. Er zijn tientallen oplosmiddelen die gebruikt worden. De meest gebruikte zijn methanol, ethanol en aceton.

Het is echter mogelijk dat niet al deze oplosmiddelen volledig worden verwijderd tijdens het fabricageproces. Dit zou potentieel de kwaliteit of zelfs de veiligheid van een geneesmiddel in gevaar kunnen brengen.

Daarom zijn richtlijnen opgesteld voor de hoeveelheid achtergebleven oplosmiddelen (de residual solvents) in grondstoffen. De ICH Q3C- en USP <467> zijn twee voorbeelden van dergelijke richtlijnen. Hierin worden oplosmiddelen in drie verschillende klassen geclassificeerd op basis van (onder andere): toxiciteit, kankerverwekkendheid en hoe gevaarlijk ze zijn voor het milieu. Per klassen gelden aangepaste regels:

  • Klasse 1 oplosmiddelen: Oplosmiddelen moeten vermeden worden.
  • Klasse 2 oplosmiddelen: Oplosmiddelen alleen te gebruiken binnen vastgestelde limieten.
  • Klasse 3 oplosmiddelen: Oplosmiddelen met een laag toxisch potentieel.

Elemental impurities

Elemental impurities (elementaire onzuiverheden) zijn sporen van onzuiverheden die in grondstoffen en geneesmiddelen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld metalen kunnen tijdens het productieproces worden toegevoegd om als katalysator te dienen, maar ze kunnen ook vrijkomen door het productieproces. Als de hoeveelheid van deze onzuiverheden te hoog zijn, kan dit negatieve effecten hebben, in de vorm van toxiciteit en/of verminderde effectiviteit van het medicijn.

Om dit te voorkomen én om controle te hebben over deze onzuiverheden, hebben internationale autoriteiten zoals EDQM, IHC, EMA, FDA en USP richtlijnen opgesteld met limieten voor de verschillende elementen. De toxiciteitslimieten van deze elementen zijn gedefinieerd als maximale PDE (toegestane dagelijkse blootstelling). Elementaire onzuiverheden in verschillende klassen hebben verschillende PDE-bereiken.

Het Analysecertificaat
Het Certificaat van Analyse (CoA) is een essentieel document dat bevestigt dat de grondstof die u gebruikt, is wat het zegt te zijn. Als een CoA analyses van bijproducten vermeldt, dan betekent dat dat de eisen van de pharmacopeia zijn gevolgd. Soms kan het zijn dat een producent meerdere aspecten heeft laten analyseren. Deze staan dan ook op het analysecertificaat. Verklaringen over bijvoorbeeld residual solvents en metalic residues kunnen onderdeel zijn van een goedkeuringsproces.

Meer informatie?
Voor meer informatie kunt u de websites van onderstaande autoriteiten bezoeken:

Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de dienstverlening van Ofipharma?